In Nederland is 14 karaat goud het meest voorkomend bij gouden sieraden. Bij goud gaat het om de hoeveelheid goud wat in een sieraad is verwerkt. 1 karaat goud is 1/24e deel zuiver goud. 24 karaat goud bestaat dus uit 100% goud. Voor sieraden is 24 karaat niet erg stevig en zacht, daardoor slijt zo’n sieraad snel en gaat er goud verloren. Om een goede stevigheid te garanderen wordt het pure goud vermeng met een ander metaal bijvoorbeeld met zilver.
Zo kan een sieraad uit 75% goud en 25% van een ander edelmetaal bestaan en dit sieraad als 18/24 = 0,750. 18 karaat wordt met 750 aangeduid. De gouden sieraden wat aangeduid wordt met 585 bestaat dus uit 58,5% uit 14/24= 0,585 goud. Dit sieraad is dan aangevuld met koper of zilver.
Het toevoegen van deze metalen aan goud noemt men een legering.