Toen Blum en Lèvy het bedrijf Ebel hadden opgericht, waren de taken duidelijk verdeeld. Blum was verantwoordelijk voor de technische elementen van de horloges, en Lèvy was verantwoordelijk voor de stijl en het ontwerp van de horloges.
Het feit dat Lèvy als vrouw direct betrokken was bij het ontwerp van horloges en als entrepreneur in het bedrijf was in die tijd zeer ongebruikelijk, zowel in de horlogewereld als daarbuiten. Om deze reden heeft ze weinig erkenning buiten het bedrijf gekregen. Er is dan ook weinig bekend over het leven van Alice Lèvy en haar rol als entrepreneur binnen het bedrijf.
Ongetwijfeld is haar rol wel significant geweest. Ebel horloges werden niet alleen geroemd om hun technische klasse, maar ook om de elegante ontwerpen waar Lèvy verantwoordelijk voor was.
Vanaf 1932 kreeg de kwaliteit van Ebel horloges erkenning bij een groter publiek. Vanaf dit jaar werden de horloges van Ebel ook buiten Europa verkocht. Daarbij begon Ebel polshorloges te maken in opdracht van het grote horlogemerk Cartier.
In 1939, aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, produceerde Ebel horloges voor de Engelse luchtmacht. Deze horloges stonden erom bekend erg betrouwbaar te zijn en precies genoeg om de luchtmacht te helpen bij luchtmissies in Europa.
Het bedrijf Ebel is jaren in de familie gebleven. Het werd zowel door zoon Charles Blum als kleinzoon Piere-Allain overgenomen. Later werd het overgenomen door LVMH Group. Vanaf 2003 tot nu is het bedrijf eigendom van Movado Group.